Drie dingen die mis zijn met arbitragezaken
Als een bedrijf een staat aanklaagt op basis van een ISDS, zoals Shell, ExxonMobil en de NAM doen over Gronings gas, wordt de zaak meestal niet in nationale rechtbanken behandeld, maar via arbitrage. Arbitragezaken zijn rechtszaken die in een private rechtbank worden behandeld, achter gesloten deuren. Hiervoor worden drie arbiters aangewezen, die samen het vonnis uitspreken: één door de staat, één door het bedrijf, en één door de staat en het bedrijf samen. Maar in arbitragezaken zijn er veel dingen mis, en die leggen we even voor je op een rijtje:
1. Arbiters hebben er belang bij dat een bedrijf een zaak wint
Arbiters hebben geen vast salaris, zoals gewone rechters, maar zijn private advocaten die per zaak worden betaald. En ze worden enorm goed betaald voor het behandelen van een arbitragezaak. Daardoor hoop je als arbiter dat zo veel mogelijk bedrijven een staat aanklagen en je dan als arbiter aanwijzen. Hierdoor zullen arbiters sneller een bedrijf gelijk geven, omdat dat de kans groter maakt dat het bedrijf meer zaken zal starten, en dat zij dan weer aangewezen worden als arbiters.
2. Arbiters zijn vaak ook advocaten van bedrijven in andere zaken
Veel arbiters die op een onpartijdige manier zouden moeten beslissen of een bedrijf gelijk krijgt in de ene zaak, zijn tegelijkertijd advocaten van bedrijven in andere zaken. Hierdoor zijn arbiters vaak niet onpartijdig.
3. Een zaak die gaat over het algemeen belang wordt achter gesloten deuren besloten
Arbitragezaken zijn oorspronkelijk gemaakt om geschillen tussen twee bedrijven op een snelle en geheime manier op te lossen, achter gesloten deuren. Maar als een bedrijf een staat aanklaagt, zoals in het geval van Groningen, wordt het een zaak waarbij de staat het belang van zijn burgers zou moeten vertegenwoordigen. De arbitragezaken over Groningen behandelen dus een zaak die gaat over de veiligheid en gezondheid van de Groningers als een geschil tussen twee private bedrijven. En doordat het achter gesloten deuren wordt gehouden, hebben Groningers, of alle andere gewone burgers, geen toegang tot de rechtszaken, en wordt hun verhaal niet gehoord. Daarom zou deze zaak in een nationale rechtbank moeten worden behandeld, waar ook vertegenwoordigers van Groningers hun verhaal kunnen doen en er rekening wordt gehouden met hun belangen, en iedereen kan volgen wat er in deze rechtszaal gebeurt.